pathologisch
- pa·tho·lo·gisch
- afgeleid van pathologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pathologisch | pathologischer | |
verbogen | pathologische | pathologischere | |
partitief | pathologisch | pathologischers | - |
pathologisch [1]
- (medisch) ziekte betreffend
1. ziekte betreffend
- Het woord pathologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pathologisch" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be