pathologischers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pathologischers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·tho·lo·gi·schers

Bijvoeglijk naamwoord

pathologischers

1. partitief van de vergrotende trap van pathologisch

   • Dat is iets pathologischers... 

Gangbaarheid

• Het woord pathologischers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.