pantserschip
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pantserschip (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑntsərˌsxɪp / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- pant·ser·schip
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘oorlogsschip met pantserplaten’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
- samenstelling van pantser en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pantserschip | pantserschepen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pantserschip o
- (militair) zwaar gepantserd schip zoals dat in gebruik was vóór het tijdperk van de slagschepen
Verwante begrippen
termen uit de marine:
Vertalingen
1. zwaar gepantserd schip zoals dat in gebruik was vóór het tijdperk van de slagschepen
Gangbaarheid
- Het woord pantserschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.