ongeklopt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ongeklopt    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɔŋɣəˌklɔpt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• on·ge·klopt

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  geklopt ww  met het voorvoegsel on-

	stellend
onverbogen	ongeklopt
verbogen	ongeklopte
partitief	ongeklopts

Bijvoeglijk naamwoord

ongeklopt

1. (kookkunst) (van eiwithoudende vloeistoffen die na een tijdje krachtig roeren stijf worden) nog helemaal vloeibaar

   ▸ Klop de rest van de ongeklopte slagroom stijf.

   ▸ De sinaasappelpudding overgieten in een vorm, die met ongeklopt eiwit is omgespoeld of met een weinig olie is ingevet en laten opstijven.

2. (kookkunst) (van stokvis) nog niet gehamerd om de malsheid en opname van vocht te bevorderen

   ▸ ⧖ Zoo juist ontvangen: prima gemalen leng zonder graat en 1ste kwaliteit stokvisch, geklopt en ongeklopt.

3. (numismatiek) (van munten) niet voorzien van een extra ingehamerd merkteken

   ▸ ⧖ In het begin van 1582 immers hooren wij de Regeering klagen over het groot aantal geconterfeite stuivers, geklopt en ongeklopt, die in omloop waren.

4. met een hamer of ander zwaar voorwerp in kleine stukken gebroken

   ▸ Voor Amerika wordt de noot soms ongeklopt in zakken verzonden, wat voor de Singapore- en Makassar-markt veelal geschiedt.

5. (sport) (figuurlijk) (verouderd) nog zonder nederlaag

   ▸ Elf wedstrijden ongeklopt waren de paarden van Jan Schep uit Bergambacht.

Synoniemen

• [5] ongeslagen

Verwante begrippen

• [1] eiwit
• [1] slagroom
• [1] slagroomklopper
• [2] beuken
• [2] stokvis

Gangbaarheid

• Het woord 'ongeklopt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.