• nu·mis·ma·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord numismatiek -
verkleinwoord - -

de numismatiekv

  1. de munt- en penningkunde
    • Ik heb vele hobby's, maar ik houd me toch wel erg veel bezig met numismatiek. 
35 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be