ondersteken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ondersteken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondersteken | onder te steken | ||||||
toekomend | zullen ondersteken onder zullen steken |
te zullen ondersteken onder te zullen steken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondergestoken | te hebben ondergestoken | ||||||
toekomend | ondergestoken zullen hebben | ondergestoken te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
onderstekend | ondergestoken | ev. steek onder |
mv. verouderd steekt onder |
steke onder (bijzin) ondersteke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | steek onder | steekt onder | steekt onder | steekt onder | steekt onder | steken onder | steken onder | steken onder | |
verleden (o.v.t.) | stak onder | stak onder | stak onder | staakt onder | stak onder | staken onder | staken onder | staken onder | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondersteken | zult/zal ondersteken | zult/zal ondersteken | zult ondersteken | zal ondersteken | zullen ondersteken | zullen ondersteken | zullen ondersteken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondersteken | zou ondersteken | zou(dt) ondersteken | zoudt ondersteken | zou ondersteken | zouden ondersteken | zouden ondersteken | zouden ondersteken | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | ondersteek | ondersteekt | ondersteekt | ondersteekt | ondersteekt | ondersteken | ondersteken | ondersteken | |
verleden (o.v.t.) | onderstak | onderstak | onderstak | onderstaakt | onderstak | onderstaken | onderstaken | onderstaken | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondersteken onder zal steken |
zult/zal ondersteken onder zult/zal steken |
zult/zal ondersteken onder zult/zal steken |
zult ondersteken onder zult steken |
zal ondersteken onder zal steken |
zullen ondersteken onder zullen steken |
zullen ondersteken onder zullen steken |
zullen ondersteken onder zullen steken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondersteken onder zou steken |
zou ondersteken onder zou steken |
zou(dt) ondersteken onder zou(dt) steken |
zoudt ondersteken onder zoudt steken |
zou ondersteken onder zou steken |
zouden ondersteken onder zouden steken |
zouden ondersteken onder zouden steken |
zouden ondersteken onder zouden steken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondergestoken | hebt ondergestoken | hebt/heeft ondergestoken | hebt ondergestoken | heeft ondergestoken | hebben ondergestoken | hebben ondergestoken | hebben ondergestoken | |
verleden (v.v.t.) | had ondergestoken | had ondergestoken | had ondergestoken | hadt ondergestoken | had ondergestoken | hadden ondergestoken | hadden ondergestoken | hadden ondergestoken | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergestoken hebben | zal/zult ondergestoken hebben | zult/zal ondergestoken hebben | zult ondergestoken hebben | zal ondergestoken hebben | zullen ondergestoken hebben | zullen ondergestoken hebben | zullen ondergestoken hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergestoken hebben | zou ondergestoken hebben | zou/zoudt ondergestoken hebben | zoudt ondergestoken hebben | zou ondergestoken hebben | zouden ondergestoken hebben | zouden ondergestoken hebben | zouden ondergestoken hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm ondergestoken worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt ondergestoken | er is ondergestoken | |||||||
verleden | er werd ondergestoken | er was ondergestoken | |||||||
toekomend | er zal ondergestoken worden | er zal ondergestoken zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou ondergestoken worden | er zou ondergestoken zijn |