ondersteek
- Geluid: ondersteek (hulp, bestand)
- on·der·steek
vervoeging van |
---|
ondersteken |
ondersteek
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondersteken
- ... dat ik ondersteek.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondersteek | ondersteken |
verkleinwoord | ondersteekje | ondersteekjes |
de ondersteek m
- een brede po voor patiënten die op bed liggen
- Geef mevrouw Jansen even een ondersteek.
- Het woord ondersteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ondersteek" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be