onderheien/vervoeging

ondergronds indrijven

vervoeging van de bedrijvende vorm van onderheien
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		onderheien			onder te heien
	toekomend		zullen onderheien onder zullen heien			te zullen onderheien onder te zullen heien
voltooid	tegenwoordig		ondergeheid			te ondergeheid
	toekomend		ondergeheid zullen			ondergeheid te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	onderheiend		ondergeheid			ev. hei onder	mv. verouderd heit onder	heie onder (bijzin) onderheie
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hei onder	heit onder	heit onder	heit onder	heit onder	heien onder	heien onder	heien onder
verleden (o.v.t.)	heide onder	heide onder	heide onder	heide onder	heide onder	heiden onder	heiden onder	heiden onder
toekomend (o.t.t.t.)	zal onderheien	zult/zal onderheien	zult/zal onderheien	zult onderheien	zal onderheien	zullen onderheien	zullen onderheien	zullen onderheien
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou onderheien	zou onderheien	zou(dt) onderheien	zoudt onderheien	zou onderheien	zouden onderheien	zouden onderheien	zouden onderheien
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	onderhei	onderheit	onderheit	onderheit	onderheit	onderheien	onderheien	onderheien
verleden (o.v.t.)	onderheide	onderheide	onderheide	onderheide	onderheide	onderheiden	onderheiden	onderheiden
toekomend (o.t.t.t.)	zal onderheien onder zal heien	zult/zal onderheien onder zult/zal heien	zult/zal onderheien onder zult/zal heien	zult onderheien onder zult heien	zal onderheien onder zal heien	zullen onderheien onder zullen heien	zullen onderheien onder zullen heien	zullen onderheien onder zullen heien
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou onderheien onder zou heien	zou onderheien onder zou heien	zou(dt) onderheien onder zou(dt) heien	zoudt onderheien onder zoudt heien	zou onderheien onder zou heien	zouden onderheien onder zouden heien	zouden onderheien onder zouden heien	zouden onderheien onder zouden heien
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij

met heipalen stutten

vervoeging van de bedrijvende vorm van onderheien
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		onderheien			te onderheien
	toekomend		zullen onderheien			te zullen onderheien
voltooid	tegenwoordig		onderheid			te onderheid
	toekomend		onderheid zullen			onderheid te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	onderheiend		onderheid			ev. onderhei	mv. verouderd onderheit	onderheie
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	onderhei	onderheit	onderheit	onderheit	onderheit	onderheien	onderheien	onderheien
verleden (o.v.t.)	onderheide	onderheide	onderheide	onderheide	onderheide	onderheiden	onderheiden	onderheiden
toekomend (o.t.t.t.)	zal onderheien	zult/zal onderheien	zult/zal onderheien	zult onderheien	zal onderheien	zullen onderheien	zullen onderheien	zullen onderheien
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou onderheien	zou onderheien	zou(dt) onderheien	zoudt onderheien	zou onderheien	zouden onderheien	zouden onderheien	zouden onderheien
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij