• on·der·hei·den
vervoeging van
onderheien

onderheiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderheien
    • ...dat wij onderheiden. 
    • ...dat jullie onderheiden. 
    • ...dat zij onderheiden. 
vervoeging van
onderheien

onderheiden

  1. meervoud verleden tijd van onderheien
    • Wij onderheiden. 
    • Jullie onderheiden. 
    • Zij onderheiden.