onderbelichten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderbelichten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbelichten | onder te belichten | ||||||||
toekomend | zullen onderbelichten onder zullen belichten |
te zullen onderbelichten onder te zullen belichten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben onderbelicht | te hebben onderbelicht | ||||||||
toekomend | onderbelicht zullen hebben | onderbelicht te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderbelichtend | onderbelicht | ev. belicht onder |
mv. verouderd belicht onder |
belichte onder (bijzin) onderbelichte | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | belicht onder | belicht onder | belicht onder | belicht onder | belicht onder | belichten onder | belichten onder | belichten onder | |||
verleden (o.v.t.) | belichtte onder | belichtte onder | belichtte onder | belichtte onder | belichtte onder | belichtten onder | belichtten onder | belichtten onder | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbelichten | zult/zal onderbelichten | zult/zal onderbelichten | zult onderbelichten | zal onderbelichten | zullen onderbelichten | zullen onderbelichten | zullen onderbelichten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbelichten | zou onderbelichten | zou(dt) onderbelichten | zoudt onderbelichten | zou onderbelichten | zouden onderbelichten | zouden onderbelichten | zouden onderbelichten | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbelicht | onderbelicht | onderbelicht | onderbelicht | onderbelicht | onderbelichten | onderbelichten | onderbelichten | |||
verleden (o.v.t.) | onderbelichtte | onderbelichtte | onderbelichtte | onderbelichtte | onderbelichtte | onderbelichtten | onderbelichtten | onderbelichtten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbelichten onder zal belichten |
zult/zal onderbelichten onder zult/zal belichten |
zult/zal onderbelichten onder zult/zal belichten |
zult onderbelichten onder zult belichten |
zal onderbelichten onder zal belichten |
zullen onderbelichten onder zullen belichten |
zullen onderbelichten onder zullen belichten |
zullen onderbelichten onder zullen belichten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbelichten onder zou belichten |
zou onderbelichten onder zou belichten |
zou(dt) onderbelichten onder zou(dt) belichten |
zoudt onderbelichten onder zoudt belichten |
zou onderbelichten onder zou belichten |
zouden onderbelichten onder zouden belichten |
zouden onderbelichten onder zouden belichten |
zouden onderbelichten onder zouden belichten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb onderbelicht | hebt onderbelicht | hebt/heeft onderbelicht | hebt onderbelicht | heeft onderbelicht | hebben onderbelicht | hebben onderbelicht | hebben onderbelicht | |||
verleden (v.v.t.) | had onderbelicht | had onderbelicht | had onderbelicht | hadt onderbelicht | had onderbelicht | hadden onderbelicht | hadden onderbelicht | hadden onderbelicht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbelicht hebben | zal/zult onderbelicht hebben | zult/zal onderbelicht hebben | zult onderbelicht hebben | zal onderbelicht hebben | zullen onderbelicht hebben | zullen onderbelicht hebben | zullen onderbelicht hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbelicht hebben | zou onderbelicht hebben | zou/zoudt onderbelicht hebben | zoudt onderbelicht hebben | zou onderbelicht hebben | zouden onderbelicht hebben | zouden onderbelicht hebben | zouden onderbelicht hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm onderbelicht worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt onderbelicht | er is onderbelicht | |||||||||
verleden | er werd onderbelicht | er was onderbelicht | |||||||||
toekomend | er zal onderbelicht worden | er zal onderbelicht zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou onderbelicht worden | er zou onderbelicht zijn | |||||||||
lijdende vorm onderbelicht worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbelicht worden | onderbelicht te worden | ||||||||
toekomend | onderbelicht zullen worden | onderbelicht te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | onderbelicht zijn | onderbelicht te zijn | ||||||||
toekomend | onderbelicht zullen zijn | onderbelicht te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word onderbelicht | wordt onderbelicht | wordt onderbelicht | wordt onderbelicht | wordt onderbelicht | worden onderbelicht | worden onderbelicht | worden onderbelicht | |||
verleden (o.v.t.) | werd onderbelicht | werd onderbelicht | werd onderbelicht | werdt onderbelicht | werd onderbelicht | werden onderbelicht | werden onderbelicht | werden onderbelicht | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbelicht worden | zult onderbelicht worden | zult onderbelicht worden | zult onderbelicht worden | zal onderbelicht worden | zullen onderbelicht worden | zullen onderbelicht worden | zullen onderbelicht worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbelicht worden | zou onderbelicht worden | zou/zoudt onderbelicht worden | zoudt onderbelicht worden | zou onderbelicht worden | zouden onderbelicht worden | zouden onderbelicht worden | zouden onderbelicht worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben onderbelicht | bent onderbelicht | bent/is onderbelicht | zijt onderbelicht | is onderbelicht | zijn onderbelicht | zijn onderbelicht | zijn onderbelicht | |||
verleden (v.v.t.) | was onderbelicht | was onderbelicht | was onderbelicht | waart onderbelicht | was onderbelicht | waren onderbelicht | waren onderbelicht | waren onderbelicht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbelicht zijn | zult onderbelicht zijn | zult onderbelicht zijn | zult onderbelicht zijn | zal onderbelicht zijn | zullen onderbelicht zijn | zullen onderbelicht zijn | zullen onderbelicht zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbelicht zijn | zou onderbelicht zijn | zou/zoudt onderbelicht zijn | zoudt onderbelicht zijn | zou onderbelicht zijn | zouden onderbelicht zijn | zouden onderbelicht zijn | zouden onderbelicht zijn |