• on·der·be·lich·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderbelichten
belichtte onder
onderbelicht
zwak -t volledig

onderbelichten

  1. (figuurlijk) weinig aandacht aan iets besteden
    • In de documentaire blijven een aantal zaken onderbelicht. 
  2. (fotografie) te weinig belichten (bij een foto maken)
    • Door het diafragma handmatig aan te passen, kun je ervoor kiezen om over te belichten of onder te belichten.