omvatten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van omvatten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | omvatten | te omvatten | ||||||||
toekomend | zullen omvatten | te zullen omvatten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben omvat | te hebben omvat | ||||||||
toekomend | omvat zullen hebben | omvat te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
omvattend | omvat | ev. omvat |
mv. verouderd omvat |
omvatte | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | omvat | omvat | omvat | omvat | omvat | omvatten | omvatten | omvatten | |||
verleden (o.v.t.) | omvatte | omvatte | omvatte | omvatte | omvatte | omvatten | omvatten | omvatten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal omvatten | zult/zal omvatten | zult/zal omvatten | zult omvatten | zal omvatten | zullen omvatten | zullen omvatten | zullen omvatten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou omvatten | zou omvatten | zou(dt) omvatten | zoudt omvatten | zou omvatten | zouden omvatten | zouden omvatten | zouden omvatten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb omvat | hebt omvat | hebt/heeft omvat | hebt omvat | heeft omvat | hebben omvat | hebben omvat | hebben omvat | |||
verleden (v.v.t.) | had omvat | had omvat | had omvat | hadt omvat | had omvat | hadden omvat | hadden omvat | hadden omvat | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal omvat hebben | zal/zult omvat hebben | zult/zal omvat hebben | zult omvat hebben | zal omvat hebben | zullen omvat hebben | zullen omvat hebben | zullen omvat hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou omvat hebben | zou omvat hebben | zou/zoudt omvat hebben | zoudt omvat hebben | zou omvat hebben | zouden omvat hebben | zouden omvat hebben | zouden omvat hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm omvat worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt omvat | er is omvat | |||||||||
verleden | er werd omvat | er was omvat | |||||||||
toekomend | er zal omvat worden | er zal omvat zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou omvat worden | er zou omvat zijn | |||||||||
lijdende vorm omvat worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | omvat worden | omvat te worden | ||||||||
toekomend | omvat zullen worden | omvat te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | omvat zijn | omvat te zijn | ||||||||
toekomend | omvat zullen zijn | omvat te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word omvat | wordt omvat | wordt omvat | wordt omvat | wordt omvat | worden omvat | worden omvat | worden omvat | |||
verleden (o.v.t.) | werd omvat | werd omvat | werd omvat | werdt omvat | werd omvat | werden omvat | werden omvat | werden omvat | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal omvat worden | zult omvat worden | zult omvat worden | zult omvat worden | zal omvat worden | zullen omvat worden | zullen omvat worden | zullen omvat worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou omvat worden | zou omvat worden | zou/zoudt omvat worden | zoudt omvat worden | zou omvat worden | zouden omvat worden | zouden omvat worden | zouden omvat worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben omvat | bent omvat | bent/is omvat | zijt omvat | is omvat | zijn omvat | zijn omvat | zijn omvat | |||
verleden (v.v.t.) | was omvat | was omvat | was omvat | waart omvat | was omvat | waren omvat | waren omvat | waren omvat | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal omvat zijn | zult omvat zijn | zult omvat zijn | zult omvat zijn | zal omvat zijn | zullen omvat zijn | zullen omvat zijn | zullen omvat zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou omvat zijn | zou omvat zijn | zou/zoudt omvat zijn | zoudt omvat zijn | zou omvat zijn | zouden omvat zijn | zouden omvat zijn | zouden omvat zijn |