olifanten
- oli·fan·ten
de olifanten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord olifant
- meervoudsvorm als officiële benaming (slurfdieren) Elephantidae
grote zoogdieren uit de familie van de Elephantidae binnen de orde van de slurfdieren (Proboscidea). Traditioneel worden er twee soorten erkend, de Afrikaanse olifant (Loxodonta africana) en de Aziatische olifant (Elephas maximus). Uit DNA-studies is vastgesteld dat de Afrikaanse olifanten bestaan uit twee aparte soorten, respectievelijk de savanneolifant (Loxodonta africana) en de bosolifant (Loxodonta cyclotis)
- Kaapse olifantspitsmuis, Kaapse olifantzeerat, Noord-Afrikaanse olifantspitsmuis, rosse olifantspitsmuis, viertenige olifantspitsmuis, Zuid-Afrikaanse olifantspitsmuis
- olifantachtig, olifantbul, olifantenfokprogramma, olifantengeheugen, olifantengeweer, olifantenhok, olifantenhuid, olifantenhuwelijk, olifantenjacht, olifantenjager, olifantenjong, olifantenkalf, olifantenkamp, olifantenkop, olifantenkraal, olifantenkudde, olifantenleer, olifantenmest, olifantenpad, olifantenpark, olifantenpoep, olifantenpoot, olifantenpopulatie, olifantenslurf, olifantenvanger, olifantenvangst, olifantenvel, olifantenverblijf, olifantenverzorger, olifantenyam, olifantesk, olifantkever, olifantkoe, olifantsappel, olifantsbeen, olifantsdracht, olifantsfolio, olifantsgras, olifantshuid, olifantsketel, olifantskever, olifantsknoflook, olifantskop, olifantsleider, olifantsluis, olifantsmens, olifantsnek, olifantsoor, olifantsorde, olifantspad, olifantspapier, olifantspitsmuis, olifantspitsmuizen, olifantsplant, olifantspoot, olifantsridder, olifantsrivier, olifantsrug, olifantssnuit, olifantstand, olifantstor, olifantstromp, olifantsvis, olifantsvlinder, olifantsvoet, olifantsvogel, olifantsvogels, olifantsziekte, olifantzeerat, van een mug een olifant maken
- Het woord olifanten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.