olifantenhuwelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oli·fan·ten·hu·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olifantenhuwelijk olifantenhuwelijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het olifantenhuwelijko

  1. een fusie tussen twee heel grote bedrijven die samen een monopoly zouden kunnen vormen
    • Samen hebben Daimler en Chrysler een omzet van 262 miljard gulden. De concurrentie, zo luidt de algemene verwachting, zal zich warm moeten aankleden. De eerste reacties uit Japan, Italië en Frankrijk duiden op een komende herstructurering, te vergelijken met de recente machtsconcentraties in de farmacie en financiële industrie. De in Duitsland als 'Elefanten-Hochzeit'(olifantenhuwelijk) omschreven fusie - in de VS heeft men het wat galanter over á marriage in heaven'(hemels huwelijk) - is volgens Schrempp en zijn collega Robert Eaton van Chrysler het model voor de toekomst.[1] 
  2. samenwerking tussen twee grote partijen
    • Ze kan een streep zetten onder het gedwongen ‘olifantenhuwelijk’ van christen-democraten en sociaal-democraten.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Volkskrant WILLEM BEUSEKAMP 8 mei 1998,
  2. NRC Joost van der Vaart 28 september 2009