Nederlands

 
[1] olifantsgras
 
[2] olifantsgras
Uitspraak
Woordafbreking
  • oli·fants·gras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olifantsgras olifantsgrassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het olifantsgraso

  1. (plantkunde) Pennisetum purpureum   grassoort uit Afrika
  2. (plantkunde) Miscanthus sinensis   grassoort uit Azië
     we konden een stuk of dertig projectielen in de lucht hebben voordat de eerste de grond raakte of boven de boomkruinen explodeerde, boven de rijstvelden, tegen de bergen of in de moerassen, in het olifantsgras, of in de handen, armen en gezichten van de mensen die zich in deze zone bevonden[2]
     "Hij gaat al jaren gebukt onder een andere naam", vertelt Luisa Trindade, universitair hoofddocent aan Wageningen University of Research. "De plant wordt vaak olifantsgras genoemd, maar dat is een heel andere plant. Hij heet eigenlijk de miscanthus en hij gaat onze wereld een stuk duurzamer maken."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. olifantsgras op website: Etymologiebank.nl
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Deze mensen denken dat dit 'superriet' de wereld gaat veranderen” (08-09-2018), NOS