Oliebollen
  • olie·bol
  • In de betekenis van ‘in olie gebakken bol’ voor het eerst aangetroffen in 1884 [1]
  • samenstelling van  olie  en  bol 
enkelvoud meervoud
naamwoord oliebol oliebollen
verkleinwoord oliebolletje oliebolletjes

de oliebolm

  1. (voeding) een baksel gemaakt van een vloeibaar gerezen beslag dat in hete olie gebakken is
    • Bij oudjaar horen oliebollen. 
  2. (informeel) onnozel iemand
    • Wat ben jij een oliebol! 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]