notenbalk
- no·ten·balk
- samenstelling van noot en balk met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notenbalk | notenbalken |
verkleinwoord | notenbalkje | notenbalkjes |
de notenbalk m
- (muziek) een set van vijf lijnen om in de klassieke muzieknotatie de toonhoogten van de ingetekende noten te markeren
- In de partituur is elke stem of instrument op een eigen notenbalk uitgeschreven.
- rastraal, muziekpapier, sleutel, vioolsleutel, g-sleutel, f-sleutel, hulplijn, maataanduiding, maatstreep, octaafteken, dynamieksymbool, herhalingsteken, fraseringsteken
1. set van vijf lijnen
- Het woord notenbalk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "notenbalk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be