nautilus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nau·ti·lus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nautilus | nautilussen |
verkleinwoord | nautilusje | nautilusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (koppotigen) Nautilidae een familie van intvisachtigen met een schelp
- De zeldzame nautilus Allonautilus scrobiculatus leeft nog, bij een eilandje bij Nieuw-Guinea. Dat maakte de University of Washington bekend. Het uiterlijk van de nautilus – de enige inktvisachtige met een schelp – is overbekend. Maar de dieren zijn zeldzaam en nauwelijks onderzocht. Er zijn maar zes soorten beschreven, en zelfs daarvan is onzeker of het er niet eigenlijk slechts drie zijn. [3]
- (koppotigen) een geslacht van inktvissen uit bovenstaandde familie. Hoewel Nautilus het typegeslacht van de familie is, en de familie al vanaf het begin van het trias (252 miljoen jaar geleden) bestaat, dateren de oudst bekende fossiele vondsten van dit geslacht uit het Laat-eoceen (40 Ma)
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nautilus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nautilus" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ nautilus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 7 september 2015 Zeldzame harige nautilus blijkt nog steeds in leven
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be