inktvis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • inkt·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inktvis inktvissen
verkleinwoord inktvisje inktvisjes

Zelfstandig naamwoord

inktvis m

  1. (koppotigen) een koppotig weekdier met vangarmen dat een inktachtig vocht afscheidt ter verdediging
    • Mijn kennis is bang voor inktvissen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be