octopus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oc·to·pus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | octopus | octopussen |
verkleinwoord | octopusje | octopusjes |
Zelfstandig naamwoord
de octopus m
- (koppotigen) een geslacht Octopus van achtarmige inktvissen uit de familie van Octopodidae
- Paul de octopus is bij de één beroemd en bij de ander berucht om zijn voetbalvoorspellingen.
- een extra ademhalingsautomaat voor duikers, onderdeel van de duikuitrusting
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. achtarmige inktvis
Gangbaarheid
- Het woord octopus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "octopus" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "octopus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
octopus
Noors
Zelfstandig naamwoord
octopus
- (koppotigen), octopus, inktvis