natuurlijk persoon
- na·tuur·lijk per·soon
- Woordgroep van natuurlijk en persoon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurlijk persoon | natuurlijke personen |
verkleinwoord | natuurlijk persoontje | natuurlijke persoontjes |
de natuurlijk persoon m
- (juridisch) menselijk wezen van vlees en bloed dat als rechtssubject rechten en plichten kan hebben en rechtshandelingen kan verrichten
1. mens van vlees en bloed die kan deelnemen aan het rechtsverkeer
|
- Het woord 'natuurlijk persoon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.