nadir
- na·dir
- via Frans nadir en midddeleeuws Latijn nadir van Arabisch نَظِير bn (naẓīr) "overeenkomstig, als tegenhanger, tegenovergesteld" (van het zenith) [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nadir | - |
verkleinwoord |
het nadir o
- (astronomie) denkbeeldig punt aan de sterrenhemel loodrecht onder de waarnemer
- (medisch) laagste waarde in een reeks metingen
- [1] zenit
- [2] dip
1. denkbeeldig punt aan de sterrenhemel loodrecht onder de waarnemer
- Het woord nadir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nadir" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ nadir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- na·dir
- Afkomstig van het arbaische woord نظير zn (naẓīr; Nederlands: tegenovergesteld ww ), in tegenstelling met senit zn
Naar frequentie | 58655 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | nadir | nadiret | nadir | nadira nadirene |
genitief | nadirs | nadirets | nadirs | nadiras nadirenes |
nadir, o
-
Nadir
Nadir
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)
- na·dir
- Afkomstig van het arbaische woord نظير zn (naẓīr; Nederlands: tegenovergesteld ww ), in tegenstelling met senit zn
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | nadir | nadiret | nadir | nadira |
nadir, o
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Nynorsk)