muildier
- muil·dier
- In de betekenis van ‘paardachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1542 [1]
- samenstelling van muil en dier [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muildier | muildieren |
verkleinwoord | muildiertje | muildiertjes |
het muildier o
- (dierkunde) een kruising van een ezelhengst en een paardenmerrie
- persoon die gebruikt wordt om illegaal goederen te transporteren
- ▸ Op het moment dat het geleidelijk aan steeds gewoner werd dat politieke vluchtelingen dit bijzondere type zogenaamde muildieren gebruikten, personen die er arm uitzagen, om het geld het land uit te krijgen, konden zelfs Arabieren niet meer veilig door de douane lopen.[3]
1. een kruising van een ezelhengst en een paardenmerrie
- Het woord muildier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muildier" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "muildier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ muildier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be