mies
![]() |
- mies
- Het woord mies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mies" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ "mies" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- mies
- Leenwoord uit Jiddisch מיאוס (mies) “ergerlijk”, “afschuw opwekkend”, uit Hebreeuws מאיס (meʾīs) “slecht”, “verachtelijk”, voor het eerst aangetroffen in de 19e eeuw in Berlijn [1], vervolgens in de algemene jongerentaal tussen 1900 en 1930. [2]
- ↑ Friedrich Kluge, bearbeitet von Elmar Seebold“Etymologisches Wörterbuch der deutschen Sprache”, 24., durchgesehene und erweiterte Auflage (2001), Walter de Gruyter, Berlin/New York, p. 618
- ↑
Weblink bron “Von knorke bis gaga – die Entwicklung der Jugendsprache” (2 juni 2008) op Spiegel.de