mektig
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- mek·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mektugr, dat van het Nederduitse woord macht (= macht) komt
- Noors bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | mektig | mektigere | mektigst |
o enkelvoud | mektig | |||
meervoud | mektige | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
mektige | mektigere | mektigste |
Bijvoeglijk naamwoord
mektig
- geweldig, machtig
- bekwaam, machtig
- geducht, hevig, heftig, indrukwekkend, krachtig, sterk
- dreunend, stijf
- (voeding) (van eten) krachtig, verzadigend, vet
- (geologie) (van een ertslaag of rotslaag) breed, dik
Synoniemen
|
Typische woordcombinaties
- [3]: en mektig katedral
een machtige kathedraal
Afgeleide begrippen
|
|
|
Bijwoord
mektig
Typische woordcombinaties
- [1]: mektig imponerende
zeer indrukwekkend
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- mek·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mektugr, dat van het Nederduitse woord macht (= macht) komt
- Nynorsk bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | mektig | mektigare | mektigast |
o enkelvoud | mektig | |||
meervoud | mektige | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
mektige | mektigare | mektigaste |
Bijvoeglijk naamwoord
mektig
- geweldig, machtig
- bekwaam, machtig
- geducht, hevig, heftig, indrukwekkend, krachtig, sterk
- dreunend, stijf
- (voeding) (van eten) krachtig, verzadigend, vet
- (geologie) (van een ertslaag of rotslaag) breed, dik
Synoniemen
|
Typische woordcombinaties
- [3]: eit mektig byggverk
een machtige burcht
Afgeleide begrippen
|
|
|
Bijwoord
mektig
Typische woordcombinaties
- [1]: mektig imponerande
zeer indrukwekkend