brei
Niet te verwarren met: brij |
- brei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brei | breien |
verkleinwoord | breitje | breitjes |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
vervoeging van |
---|
breien |
brei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breien
- Ik brei.
- gebiedende wijs van breien
- Brei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breien
- Brei je?
- Het woord brei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brei" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |