• mee·krap
  • In de betekenis van ‘plant, kleurstof daaruit’ voor het eerst aangetroffen in 1514 [1]
  • samenstelling van  mee  en  krap  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord meekrap meekrappen
verkleinwoord - -

de meekrapv / m

  1. (plantkunde) Rubia tinctorum   een plant behorend tot de sterbladigenfamilie Rubiaceae  
    • Meekrap werd vroeger gebruikt als grondstof voor de rode kleurstof alizarine. 
32 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[3]
  • [1] meekrap op "Wilde planten in Nederland en België"