Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Mandarin


 
5. mandarin.
  • man·da·rin
enkelvoud meervoud
mandarin mandarins

mandarin

  1. (geschiedenis) mandarijn, hoge ambtenaar in het keizerlijke China
  2. (figuurlijk) (pejoratief) bureaucraat, arrogante gezagsdrager
  3. (eendvogels) mandarijneend, Aix galericulata  
  4. (fruit) mandarijn
  5. (kleur) bepaalde tint oranje
stellend vergrotend overtreffend
mandarin more mandarin most mandarin

mandarin

  1. van of met betrekking tot hoge ambtenaren in het keizerlijke China
  2. voorgesteld als ingewikkeld en verheven om indruk te maken
98 % van de Amerikanen;
97 % van de Britten.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  mandarin     le mandarin     mandarins     les mandarins  

mandarin m

  1. (geschiedenis) mandarijn, hoge ambtenaar in het keizerlijke China
  2. (figuurlijk) (pejoratief) bureaucraat, arrogante gezagsdrager
  3. (eendvogels) mandarijneend, Aix galericulata  
  4. (drinken) aperitief gemaakt uit mandarijntjes (citrusvruchten)
  5. bepaald kattenras, oosterse langhaar  
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  mandarin     le mandarin     -     -  

mandarin m

  1. (taal) Mandarijn, Mandarijns, officiële taal van China
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   mandarin mandarins
  vrouwelijk   mandarine mandarines

mandarin

  1. van of met betrekking tot hoge ambtenaren in het keizerlijke China
  2. van of met betrekking tot het Mandarijn