opdragen
- op·dra·gen
- samenstelling van op en dragen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opdragen |
droeg op |
opgedragen |
klasse 6 | volledig |
opdragen
- ditransitief iemand iets te doen geven
- Net als het Kadaster heeft de Topografische Dienst nooit een formele taak opgedragen gekregen om gemeentegrenzen vast te leggen[1]
- overgankelijk iets ~ aan als eerbewijs iets wijden aan iemand
- Dit boek dragen wij op aan onze ouders.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord opdragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdragen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Gemeentegrenzen in Nederland: een juridisch, technisch en kadastraal onderzoek
A Van Der Meer
IOS Press, 2007
ISBN 9051995180, ISBN 9789051995183 - ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be