Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Mandarijn
Mandarijnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·da·rijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘Chinese ambtenaar’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord mandarijn mandarijnen
verkleinwoord mandarijntje mandarijntjes

Zelfstandig naamwoord

de mandarijnm

  1. (fruit) Citrus reticulata   Citrus reticulata var. 'mandarine'   Citrus × tangerina   een citrusvrucht
  2. (geschiedenis) hoge ambtenaar in het keizerlijke China
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Opmerkingen

In het Nederlands wordt geen onderscheid gemaakt tussen Citrus reticulata var. 'mandarine' en Citrus × tangerina, dit in tegenstelling tot andere talen.

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen