loswerken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van loswerken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | loswerken | los te werken | ||||||||
toekomend | zullen loswerken los zullen werken |
te zullen loswerken los te zullen werken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben losgewerkt | te hebben losgewerkt | ||||||||
toekomend | losgewerkt zullen hebben | losgewerkt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
loswerkend | losgewerkt | ev. werk los |
mv. verouderd werkt los |
werke los (bijzin) loswerke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | werk los | werkt los | werkt los | werkt los | werkt los | werken los | werken los | werken los | |||
verleden (o.v.t.) | werkte los | werkte los | werkte los | werkte los | werkte los | werkten los | werkten los | werkten los | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal loswerken | zult/zal loswerken | zult/zal loswerken | zult loswerken | zal loswerken | zullen loswerken | zullen loswerken | zullen loswerken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou loswerken | zou loswerken | zou(dt) loswerken | zoudt loswerken | zou loswerken | zouden loswerken | zouden loswerken | zouden loswerken | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | loswerk | loswerkt | loswerkt | loswerkt | loswerkt | loswerken | loswerken | loswerken | |||
verleden (o.v.t.) | loswerkte | loswerkte | loswerkte | loswerkte | loswerkte | loswerkten | loswerkten | loswerkten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal loswerken los zal werken |
zult/zal loswerken los zult/zal werken |
zult/zal loswerken los zult/zal werken |
zult loswerken los zult werken |
zal loswerken los zal werken |
zullen loswerken los zullen werken |
zullen loswerken los zullen werken |
zullen loswerken los zullen werken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou loswerken los zou werken |
zou loswerken los zou werken |
zou(dt) loswerken los zou(dt) werken |
zoudt loswerken los zoudt werken |
zou loswerken los zou werken |
zouden loswerken los zouden werken |
zouden loswerken los zouden werken |
zouden loswerken los zouden werken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb losgewerkt | hebt losgewerkt | hebt/heeft losgewerkt | hebt losgewerkt | heeft losgewerkt | hebben losgewerkt | hebben losgewerkt | hebben losgewerkt | |||
verleden (v.v.t.) | had losgewerkt | had losgewerkt | had losgewerkt | hadt losgewerkt | had losgewerkt | hadden losgewerkt | hadden losgewerkt | hadden losgewerkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal losgewerkt hebben | zal/zult losgewerkt hebben | zult/zal losgewerkt hebben | zult losgewerkt hebben | zal losgewerkt hebben | zullen losgewerkt hebben | zullen losgewerkt hebben | zullen losgewerkt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou losgewerkt hebben | zou losgewerkt hebben | zou/zoudt losgewerkt hebben | zoudt losgewerkt hebben | zou losgewerkt hebben | zouden losgewerkt hebben | zouden losgewerkt hebben | zouden losgewerkt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm losgewerkt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt losgewerkt | er is losgewerkt | |||||||||
verleden | er werd losgewerkt | er was losgewerkt | |||||||||
toekomend | er zal losgewerkt worden | er zal losgewerkt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou losgewerkt worden | er zou losgewerkt zijn | |||||||||
lijdende vorm losgewerkt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | losgewerkt worden | losgewerkt te worden | ||||||||
toekomend | losgewerkt zullen worden | losgewerkt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | losgewerkt zijn | losgewerkt te zijn | ||||||||
toekomend | losgewerkt zullen zijn | losgewerkt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word losgewerkt | wordt losgewerkt | wordt losgewerkt | wordt losgewerkt | wordt losgewerkt | worden losgewerkt | worden losgewerkt | worden losgewerkt | |||
verleden (o.v.t.) | werd losgewerkt | werd losgewerkt | werd losgewerkt | werdt losgewerkt | werd losgewerkt | werden losgewerkt | werden losgewerkt | werden losgewerkt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal losgewerkt worden | zult losgewerkt worden | zult losgewerkt worden | zult losgewerkt worden | zal losgewerkt worden | zullen losgewerkt worden | zullen losgewerkt worden | zullen losgewerkt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou losgewerkt worden | zou losgewerkt worden | zou/zoudt losgewerkt worden | zoudt losgewerkt worden | zou losgewerkt worden | zouden losgewerkt worden | zouden losgewerkt worden | zouden losgewerkt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben losgewerkt | bent losgewerkt | bent/is losgewerkt | zijt losgewerkt | is losgewerkt | zijn losgewerkt | zijn losgewerkt | zijn losgewerkt | |||
verleden (v.v.t.) | was losgewerkt | was losgewerkt | was losgewerkt | waart losgewerkt | was losgewerkt | waren losgewerkt | waren losgewerkt | waren losgewerkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal losgewerkt zijn | zult losgewerkt zijn | zult losgewerkt zijn | zult losgewerkt zijn | zal losgewerkt zijn | zullen losgewerkt zijn | zullen losgewerkt zijn | zullen losgewerkt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou losgewerkt zijn | zou losgewerkt zijn | zou/zoudt losgewerkt zijn | zoudt losgewerkt zijn | zou losgewerkt zijn | zouden losgewerkt zijn | zouden losgewerkt zijn | zouden losgewerkt zijn |