loewak
  • loe·wak
enkelvoud meervoud
naamwoord loewak loewaks
verkleinwoord loewakje loewakjes

de loewakm

  1. (roofdieren) Paradoxurus hermaphroditus   een soort uit de familie van de civetkatachtigen (Viverridae) die van oorsprong voorkomt in Pakistan, India, Zuid-China en Zuidoost-Azië, die vooral rijpe koffievruchten eet