liken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van liken
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		liken			te liken
	toekomend		zullen liken			te zullen liken
voltooid	tegenwoordig		hebben geliket			te hebben geliket
	toekomend		geliket zullen hebben			geliket te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	likend		geliket			ev. like	mv. verouderd liket	like
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	like	liket	liket	liket	liket	liken	liken	liken
verleden (o.v.t.)	likete	likete	likete	likete	likete	liketen	liketen	liketen
toekomend (o.t.t.t.)	zal liken	zult/zal liken	zult/zal liken	zult liken	zal liken	zullen liken	zullen liken	zullen liken
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou liken	zou liken	zou(dt) liken	zoudt liken	zou liken	zouden liken	zouden liken	zouden liken
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geliket	hebt geliket	hebt/heeft geliket	hebt geliket	heeft geliket	hebben geliket	hebben geliket	hebben geliket
verleden (v.v.t.)	had geliket	had geliket	had geliket	hadt geliket	had geliket	hadden geliket	hadden geliket	hadden geliket
toekomend (v.t.t.t.)	zal geliket hebben	zal/zult geliket hebben	zult/zal geliket hebben	zult geliket hebben	zal geliket hebben	zullen geliket hebben	zullen geliket hebben	zullen geliket hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geliket hebben	zou geliket hebben	zou/zoudt geliket hebben	zoudt geliket hebben	zou geliket hebben	zouden geliket hebben	zouden geliket hebben	zouden geliket hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geliket worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geliket				er is geliket
verleden	er werd geliket				er was geliket
toekomend	er zal geliket worden				er zal geliket zijn
voorwaardelijk	er zou geliket worden				er zou geliket zijn
lijdende vorm geliket worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		geliket worden			geliket te worden
	toekomend		geliket zullen worden			geliket te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		geliket zijn			geliket te zijn
	toekomend		geliket zullen zijn			geliket te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word geliket	wordt geliket	wordt geliket	wordt geliket	wordt geliket	worden geliket	worden geliket	worden geliket
verleden (o.v.t.)	werd geliket	werd geliket	werd geliket	werdt geliket	werd geliket	werden geliket	werden geliket	werden geliket
toekomend (o.t.t.t.)	zal geliket worden	zult geliket worden	zult geliket worden	zult geliket worden	zal geliket worden	zullen geliket worden	zullen geliket worden	zullen geliket worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou geliket worden	zou geliket worden	zou/zoudt geliket worden	zoudt geliket worden	zou geliket worden	zouden geliket worden	zouden geliket worden	zouden geliket worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben geliket	bent geliket	bent/is geliket	zijt geliket	is geliket	zijn geliket	zijn geliket	zijn geliket
verleden (v.v.t.)	was geliket	was geliket	was geliket	waart geliket	was geliket	waren geliket	waren geliket	waren geliket
toekomend (v.t.t.t.)	zal geliket zijn	zult geliket zijn	zult geliket zijn	zult geliket zijn	zal geliket zijn	zullen geliket zijn	zullen geliket zijn	zullen geliket zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geliket zijn	zou geliket zijn	zou/zoudt geliket zijn	zoudt geliket zijn	zou geliket zijn	zouden geliket zijn	zouden geliket zijn	zouden geliket zijn