• liket
vervoeging van
liken

liket

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liken
    • Jij liket. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liken
    • Hij liket. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van liken
    • Liket! 


  • li·ket

liket

  1. voltooid deelwoord van like

liket,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lik


  • li·ket

liket,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lik