Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • likt

Werkwoord

vervoeging van
likken

likt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
    • Jij likt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
    • Hij likt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van likken
    • Likt! 


Noors

Woordafbreking
  • likt

Bijvoeglijk naamwoord

likt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van lik

Werkwoord

likt

  1. voltooid deelwoord van like
Synoniemen


Nynorsk

Woordafbreking
  • likt

Bijvoeglijk naamwoord

likt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van lik

Werkwoord

likt

  1. voltooid deelwoord van lika
Synoniemen

Werkwoord

likt

  1. voltooid deelwoord van like
Synoniemen