Polyodon spathula
  • le·pel·steur
enkelvoud meervoud
naamwoord lepelsteur lepelsteuren
verkleinwoord lepelsteurtje lepelsteurtjes

de lepelsteurm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort vis met lepelvormig verbrede bek die 2 meter lang kan worden en meer dan 80 kilogram kan wegen, Polyodon spathula  
     De ontwikkeling van de borstvinnen van de lepelsteur laat een wisselend patroon zien van verbening en kraakbeenvorming. Het heeft kenmerken van de ontwikkeling van vinnen bij beenvissen, maar ook van de ontwikkeling van ledematen bij viervoeters.[1]
  1.   Weblink bron “Vis met vingers verheldert evolutie” (24 mei 2007) op nrc.nl