kuifleeuwerik (Galerida cristata)
  • (IPA in voorbereiding)
  • leeu·we·ri·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord leeuweriken
verkleinwoord

de leeuwerikenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord leeuwerik
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Alaudidae   een familie uit de orde van de zangvogels (Passeriformes) en de superfamilie Sylvioidea  . De familie kent rond de 100 soorten