zonneleeuwerik
- (IPA in voorbereiding)
- zon·ne·leeu·we·rik
- samenstelling van zon en leeuwerik zn met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneleeuwerik | zonneleeuweriken |
verkleinwoord | zonneleeuwerikje | zonneleeuwerikjes |
de zonneleeuwerik m
- (zangvogels) Galerida modesta een vogel uit de familie van leeuweriken (Alaudidae). Deze soort komt wijdverspreid voor in Afrika bezuiden de Sahara en telt 4 ondersoorten
- Het woord 'zonneleeuwerik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.