benguelalangsnavelleeuwerik
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ben·gue·la·lang·sna·vel·leeu·we·rik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Benguela en "provincie van Angola, Benguelastroom, een zeestroom aan de westkust (Atlantische kust) van Zuid-Afrika, Namibië en Angola" en langsnavelleeuwerik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benguelalangsnavelleeuwerik | benguelalangsnavelleeuweriken |
verkleinwoord | benguelalangsnavelleeuwerikje | benguelalangsnavelleeuwerikjes |
Zelfstandig naamwoord
de benguelalangsnavelleeuwerik m
- (zangvogels) Certhilauda benguelensis een zangvogel uit de familie Alaudidae (leeuweriken). Deze soort telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'benguelalangsnavelleeuwerik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.