obbialeeuwerik
- (IPA in voorbereiding)
- ob·bia·leeu·we·rik
- samenstelling van Obbia en en leeuwerik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | obbialeeuwerik | obbialeeuweriken |
verkleinwoord | obbialeeuwerikje | obbialeeuwerikjes |
de obbialeeuwerik m
- (zangvogels) Spizocorys obbiensis een zangvogel uit de familie Alaudidae (leeuweriken). Deze soort is endemisch in centraal Somalië
- Het woord 'obbialeeuwerik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.