lazuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- via Latijn lazurium van Arabisch لَازُوَرْد zn (lāzuward)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lazuur | lazuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het lazuur o
- (mineraal) bepaald kostbaar blauw gesteente
- Heet dit gesteente "lazuur"?
- (kleur) bepaalde indringend blauwe kleur
- Mijn lievelingskleur is lazuur.
- transparante verflaag
- De kleurloze lazuur is enkel bedoeld voor de renovatie van hout dat al gelazuurd of gekleurd is of om andere kleuren lichter te maken.
- transparante verf
- Voor een duurzaam en makkelijk te onderhouden oppervlak, adviseren wij dit te behandelen met olie, was, lak, verf of lazuur.
Synoniemen
- [1] lapis lazuli, lazuursteen
- [2] ultramarijn
- [4] lazuurverf
Afgeleide begrippen
- lazuriet
- [2] lazuurblauw
- [3] lazuurschilderkunst
- [4] houtlazuur
Verwante begrippen
Vertalingen
1. kostbaar blauw gesteente
2. helderblauwe kleur
3. transparante verflaag
4. transparante verf
Gangbaarheid
- Het woord lazuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lazuur" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be