• la·zu·ren
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

lazuren

  1. van lazuur vervaardigd

de lazurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lazuur
36 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be