kunstwerk
- kunst·werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunstwerk | kunstwerken |
verkleinwoord | kunstwerkje | kunstwerkjes |
het kunstwerk o
- (kunst) resultaat van een inspanning om iets te maken dat bijzonder mooi of indringend is
- De "Mona Lisa" wordt als een kunstwerk beschouwd.
- ▸ De onthulling van het straatbord werd wegens de pandemie twee jaar uitgesteld. Naast het naambord werd ook het kunstwerk, met daarop de tekst 'Ik heb je lief', voor het eerst getoond. Dat is een zin uit de tekst van het beroemde nummer Pastorale, dat List samen met Ramses Shaffy zong.[2]
- (bouwkunde) (waterbeheer) bijzondere constructie zoals een viaduct of tunnel bij de wegenbouw
- Het zijn de vele kunstwerken die dit traject zo peperduur maken.
- (toneel) (historisch) toestel om tijdens een voorstelling bepaalde natuurverschijnselen of andere veranderingen te suggereren
1. resultaat van een inspanning om iets te maken dat bijzonder mooi of indringend is
2. bijzondere constructie in de wegenbouw
- Het woord kunstwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kunstwerk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Voetpad op Vlieland vernoemd naar Liesbeth List” (24 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be