Nederlands

 
kunstvoorwerp aan de muur van een trouwzaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·voor·werp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstvoorwerp kunstvoorwerpen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kunstvoorwerp o [1]

  1. uniek voorwerp dat gemaakt is door een kunstenaar
    • Zowel de staat Oekraïne als de vier musea op de Krim vonden dat de kunst, voornamelijk gouden kunstvoorwerpen en sieraden, naar hen teruggestuurd moest worden. De Oekraïense staat meende dat zij de wettelijk eigenaar is, maar de musea die „operationeel beheerder” waren vonden dat ze in kunstcollecties op de Krim thuishoren. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Thomas de Veen 14 december 2016