kruiden

  1. (kookkunst) specerij bij een gerecht doen
    • Zij kruidde het vlees voor het bakken. 
vervoeging van
kruien

kruiden

  1. meervoud verleden tijd van kruien
    • Wij kruiden. 
    • Jullie kruiden. 
    • Zij kruiden. 

dekruidenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kruid
     Ik scheurde het pakje open, deed de kruiden over de droge mie en begon te knagen.[1]
     Dat heeft Van de Laar overgenomen van Boer, zegt hij. "Ik sta, terwijl ik met jullie spreek, buiten kruiden te plukken. Wat ik van hem heb geleerd, is altijd werken met pure smaken en met de natuur om je heen. Maar ook om altijd 100 procent te geven."[2]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 april 2025 Weblink bron “Topchefs geschokt door dood Jonnie Boer: 'Hij leerde mij alles'” (23 april 2025), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be