assaisoneren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·sai·so·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- met het achtervoegsel -eren
Werkwoord
assaisoneren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
assaisoneren |
assaisoneerde |
geassaisoneerd |
zwak -d | volledig |
- (kookkunst) op smaak brengen met seizoensgebonden producten en kruiden
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'assaisoneren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.