kruidenmeester
- krui·den·mees·ter
- samenstelling van kruid en meester met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruidenmeester | kruidenmeesters |
verkleinwoord | kruidenmeestertje | kruidenmeestertjes |
de kruidenmeester m
- persoon met grote kennis van kruiden en hun vaak medicinale toepassingen
- Het woord 'kruidenmeester' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.