• kra·vat
enkelvoud meervoud
naamwoord kravat kravatten
verkleinwoord - -

de kravatv

  1. (kleding) lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt en waarin een sierknoop gelegd wordt
     Er zijn er een paar die stage lopen in Londen. Dan is je leven met kravat begonnen, hè, dan ben je het aan het maken.[2]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [3]
        1
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [3]
        1
  1. kravat op website: Etymologiebank.nl
  2. Humo in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, kravat
  3. 3,0 3,1 3,2
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, kravat


  • Ontleend aan het Franse cravate (stropdas).
enkelvoud meervoud
nominatief   kravat     kravatlar  
genitief   kravatın     kravatların  
datief   kravata     kravatlara  
accusatief   kravatı     kravatları  
locatief   kravatta     kravatlarda  
ablatief   kravattan     kravatlardan  

kravat

  1. (kleding) stropdas