stropdas
- strop·das
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘hoge, nauw om de hals sluitende das’ voor het eerst aangetroffen in 1733 [1]
- samenstelling van strop en das [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stropdas | stropdassen |
verkleinwoord | stropdasje | stropdasjes |
de stropdas m
- (kleding) lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt en waarin een sierknoop gelegd wordt
1.
- Het woord stropdas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stropdas" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "stropdas" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stropdas op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be