[2] verboden om een cravate te dragen
  • cra·va·te
  • uit het Frans[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cravate cravates
verkleinwoord

de cravatev

  1. lint aan een vaandel waarop bijzondere wapenfeiten van een legeronderdeel staan genoteerd
     Volgens traditie kan de regerende vorst de banieren opsieren met bijzondere wapenfeiten. Deze opschriften kunnen op het doek staan of op een cravate, een lint dat aan het vaandel is bevestigd. Iedere luchtmachtmilitair legt na zijn aanstelling de eed of belofte af op het vaandel.[2]
  2. stropdas
     In de 17e eeuw begon de rond de nek geknoopte halsdoek van Kroatische soldaten -de ”Kroaat” (Nederlands) of ”Cravate” (Engels) of ”Krawatte” (Duits)- in de smaak te vallen bij de Europese hoven en in de 18e eeuw was hij een begrip in de modewereld geworden.[3]
48 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Luchtmacht krijgt decoratie deelname Kosovo” (22-03-2013), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Maarten Dijkstra
    “In de knoop met de strop” (02-06-2017), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be